de wolf

wolf

Ik wandel door het bos. Er loopt een wolf, rechts met mij mee. Ik doe of ik hem niet zie maar houd hem in de gaten vanuit mijn ooghoek. Hij begeleidt mij nu al zeker een half uur.

Verscholen achter struiken. Ik weet dat omdat hij er met zijn kop net bovenuit komt. Ik heb al geprobeerd om hem af te schudden. Door stil te staan bijvoorbeeld. Maar telkens wanneer ik stilstond, bleef ook de kop stilstaan. Ik ben linksaf geslagen. Tot mijn opluchting raakte hij mij kwijt. Tenminste dat dacht ik, maar niet veel later zag ik de kop weer, maar nu aan mijn linkerkant. Ongerust speur ik mijn omgeving af. Zie ik ergens licht tussen de bomen doorschijnen? Een teken dat er daar ergens een open veld moet zijn? Want een wolf houdt niet van open vlaktes.

Er hangt een stilte in het bos. Er is alleen het geluid van mijn voetstappen. Geluidloos loopt de kop naast mij mee. Ik zie geen specht, geen eekhoorn, geen egel of een wegschietend konijn. Ook de lucht boven mij is zonder vogels. Ik zie alleen maar bomen, struiken en de kop. Uren loop ik hier nu al. Vermoeidheid dringt zich op, mijn rugzak raakt leeg maar wordt steeds zwaarder. De laatste slok water heb ik al uren geleden opgedronken.

Het licht vervaagt. De schemer doet zijn intrede met haar grens van licht naar donker. De voorbode van de nacht. Ik moet blijven lopen. Zeker nu. Als ik in het donker stil blijf staan sluit hij mij in. Ik weet dat omdat ik mij in wolvengedrag heb verdiept en ook omdat ik zelf dit verhaal schrijf.

wolf

Ik kan makkelijk een oude zieke boom schrijven die omvalt precies op hem, maar ik doe het niet. Dat lijkt mij te gemakkelijk. En dus loop ik door al is het wel steeds langzamer. Eén ding houdt me op de been. Straks wordt het licht en zullen er druppels dauw aan de takken hangen. Daar kan ik mijn dorst mee lessen en nieuwe krachten opdoen. Want ook dan moet ik verder. Op zoek naar het einde van dit bos. Ik loop en ik loop en ik loop. Het ritme van mijn pas is nog het enige wat mij draagt. Het heeft mijn gedachten uitgeschakeld. In mijn brein komt ruimte voor de leegte. Een prettige gewaarwording, ik kan het niet ontkennen. En ook geen overbodige want ineens vraag ik mij af waarom die wolf niet gaat slapen.

Ik kijk opzij. Het duurt even voor ik het rode lampje opmerk. Heel klein maar duidelijk. Ik loop erheen, voorzichtig en gespannen tot in het bot. Maar het lampje blijft waar het is. Het is de dood of de gladiolen praat ik mezelf moed in. Vanuit het gevoel dat ik niets meer heb te verliezen stap ik op het rode lichtje af. Het komt vanuit het oog van de kop. Er gaat geen enkel spoor van dreiging uit. Maar wel van de letters op zijn rug.

‘Made in China’ staat er op. Wanneer ik nog een stap dichterbij doe hoor ik bliep, bliep en gaat het lichtje uit. De wolf zakt door zijn pootjes.

lees ook van Anneke: Dag mijnheer (een monoloog)

like Like
7 antwoorden
  1. Rory
    Rory zegt:

    Hahaha, dat liep even heel anders dan ik had gedacht. Van te voren bij de titel dacht ik aan het boek ‘De wijsheid van de wolven’ van Elli H. Radinger. Uiteindelijk vroeg ik mij af waar het naartoe ging en het einde zag ik niet aankomen. Hoe verzin je het :) Leuk geschreven.

    Beantwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

:bye:  :good:  :negative:   :scratch:  :wacko:   :yahoo:  B-)  :heart:  :rose:    :-)  :whistle:  :yes:  :cry:  :mail:    :-(      :unsure:   ;-)