Kan jij nou nooit eens…

gewoon doen

Gewoon doen, zei haar moeder dan. Maar wist ze dan niet hoe lastig dat is?

De zachte zomerse motregen, was langzamerhand veranderd in een niet ophoudende echte stortbui. Zo’n bui die je ongemerkt doorweekte, die je natter dan nat maakte.
Omdat ze geen regen verwacht had, toen ze vertrok, had ze haar gympjes aangedaan. Die sopten nu aan haar voeten. “Niks is zo erg”, dacht ze “als natte schoenen”.
Ze kon zich herinneren hoe ze als kind haar nette witte sokjes uit deed als het regende: blote natte voeten in sandalen, dat was helemaal niet erg, maar natte sokken!
“Mal kind”, mopperde haar moeder dan half lachend half geïrriteerd, als ze weer eens een paar sokken uit de zakken van haar jasje viste. “Kan jij nou nooit eens een keer gewoon doen?”

Gewoon doen

Gewoon doen. Als kind had ze eigenlijk nooit begrepen wat daar nu mee bedoeld werd. Het woord werd vaak genoeg gebruikt, maar wat bedoelde iedereen nu toch met gewoon?. Het was toch bijvoorbeeld best heel gewoon dat je geen natte kleffe sokken aan je voeten wilde? Het was toch ook heel gewoon dat je het chocolaatje op je taartje tot het laatst bewaarde, omdat dat het aller, allerlekkerste was? “Het lekkerste voor het laatst bewaren”., dat zei opa ook altijd.
 En kon iemand haar uitleggen waarom was het niet gewoon was om de hele weg naar school te huppelen?

Toen ze wat ouder was begreep ze “gewoon doen” nog niet echt. Maar ze ontdekte langzaam maar zeker dat het er vooral om ging te doen wat iedereen deed. Gewoon doen was dus doen wat iedereen deed.
Het klonk makkelijker dan het was. Sommige zaken, zoals onderweg van huis naar school en terug altijd even haar neus in de bloeiende kamperfoelie steken, zaten echt in haar normale patroon. Maar ze was een slim meisje en leerde om heel snel, heel goed te kijken, wat anderen deden. En vooral ook wat ze niet deden, want dat kon zij dus ook niet meer doen.
Tegen de tijd dat ze achttien was, zei haar moeder nooit meer: “kind, kan je nu niet een keertje gewoon doen!”
Zelfs niet toen ze op kamers ging wonen.

Zelfs niet toen ze de muren van haar kamer paars schilderde. En ze had rondgekeken, dat was beslist niet normaal, dat viel echt buiten het kader gewoon doen. Ze genoot van haar paarse muren die haar kamertje het aanzien van een oosterse sprookjesgrot gaven.
Haar moeder had ook niks gezegd toen na een jaar ze haar degelijke studie Nederlands eraan gaf om naar de Rietveld academie te gaan. Toen haar vader met zijn vuist op tafel sloeg en riep dat hij daar niet voor ging betalen, had ze niet geprotesteerd. Het “kan jij nou nooit een keer gewoon doen!” had zwaar in de lucht gehangen. Maar werd wonder boven wonder niet uitgesproken.

Ze had het niet erg gevonden, werkstudente te zijn. De onafhankelijkheid paste haar. Toen haar vader na een jaar had aangeboden financieel toch bij te springen, had ze dat vriendelijk maar beslist afgeslagen. De blik van herkenning in zijn ogen, was haar beloning.
Onafhankelijk was ze en bleef ze., ze was er trots op. Het stelde haar in staat, zoals ze zei gewoon te doen waar ik zin in heb. Maar nu leek die onafhankelijkheid in gevaar te komen.

Regen.

De regen leek even op te houden, maar dat bracht geen opluchting, alles bleef nat en somber en grijs. Nu voelde ze pas echt dat ze tot haar hemd toe nat was. Kletsnat, moe en koud? Dat is in hartje Amsterdam geen probleem.
Ze liet de up-to-date yuppen cafeetjes met al hun verschillende soorten koffie en thee links liggen, drie straatjes verder wist ze een klein cafeetje met nep Perzische kleedjes, een soort koffie en een dikke kater op een van de barkrukken.

Ze stapte naar binnen en ging aan een tafeltje zitten, in de onvermijdelijke spiegel boven de bar zag ze haar compleet doorgelopen mascara. Van de regen? “Kind”, zei ze tegen zichzelf, terwijl ze haar camera tevoorschijn haalde, “kan jij nou nooit eens gewoon doen?” Ze schoot een foto van haar reflectie in de spiegel. “Verregende prinses, een mooie titel”, bromde ze tevreden en dronk dankbaar de warme koffie.

lees ook: de kleerkast die zich-zelf vulde

like Like
2 antwoorden
  1. Irene
    Irene zegt:

    Mooi verhaal, en o zo herkenbaar. Ik moest ook altijd gewoon doen van mijn moeder vooral en ik had geen idee hoe dat moest. Dus maar afkijken wat de anderen deden en dat met hulpeloze pogingen proberen na te doen. Ik ben eigenlijk pas echt gelukkig geworden, toen ik daarmee veel te laat mee ben opgehouden.

    Beantwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

:bye:  :good:  :negative:   :scratch:  :wacko:   :yahoo:  B-)  :heart:  :rose:    :-)  :whistle:  :yes:  :cry:  :mail:    :-(      :unsure:   ;-)